Het gemeentefonds vormt de kern van de financiële relatie tussen het Rijk en de gemeenten. Het is een complex systeem dat bedoeld is om ervoor te zorgen dat gemeenten voldoende middelen hebben om hun taken uit te voeren en de lokale belangen te behartigen.
De gemeentelijke financiën zijn voor ruim 60 procent afhankelijk van de inkomsten uit het gemeentefonds. Deze inkomsten zijn niet direct beïnvloedbaar door ons als individuele gemeente, maar worden door het Rijk bepaald. Een belangrijk probleem is de onvoorspelbaarheid van de financiële middelen die gemeenten ontvangen uit het gemeentefonds. De verdeling van deze middelen is gebaseerd op een complexe formule die rekening houdt met factoren als het aantal inwoners, de sociaal-economische status van een gemeente en de uitgaven van voorgaande jaren. Dit leidt tot fluctuaties in de inkomsten van gemeenten, waardoor het lastig is om lange-termijnplannen te maken en financiële stabiliteit te waarborgen. Deze onzekerheid belemmert het vermogen om efficiënt te plannen en investeren. Daarnaast speelt ook de mismatch tussen de taken en verantwoordelijkheden die gemeente heeft en de beschikbare financiële middelen.
Op drie tijdstippen in het jaar publiceert het Rijk informatie over de gemeentefonds-uitkeringen: in mei op basis van de Voorjaarsnota, in september op basis van de Miljoenennota en in december, ter afronding van het lopende jaar, op basis van de Najaarsnota.
In de meicirculaire is de gemeente voor het laatst geïnformeerd over de omvang en mutaties van de uitkeringen uit het fonds. De uitkeringen uit het gemeentefonds in de programmabegroting 2024-2027 zijn berekend op basis van de meicirculaire gemeentefonds 2023. In de meicirculaire wordt de toename van het gemeentefonds aangepast op basis van de actuele en verwachte loon- en prijsontwikkeling. Dit is waar nodig in de programmabegroting verwerkt.
De belangrijkste boodschap uit de meicirculaire is echter dat er niets gedaan is aan het "ravijn" vanaf 2026. Wel is de aangekondigde € 1 miljard vanaf 2027 structureel toegevoegd aan het gemeentefonds. Het enige positieve hieraan is dat het ravijn van 2026 niet groter wordt. Dit betekent dat na het ravijn van 2026 een financiële laagvlakte zich aandient. Landelijk gaat het om een tekort van 3 miljard euro wat gemeenten er structureel op achteruit gaan ten opzichte van 2025.
De discussie over het gemeentefonds is sterk politiek geladen. Verschillende landelijke politieke partijen hebben uiteenlopende visies over hoe het gemeentefonds moet worden aangepast. Sommigen pleiten voor meer financiële middelen voor gemeenten, terwijl anderen juist willen dat gemeenten efficiënter met hun middelen omgaan. Het effect van de verkiezingen op dit dossier was op het moment van schrijven nog niet bekend, maar wordt nauwlettend gemonitord. Ook wordt er actief samen met de VNG en andere gemeenten een lobby georganiseerd om het tekort in het gemeentefonds vanaf 2026 te dichten.
De uitkeringen uit het gemeentefonds zijn geraamd op:
Uitkeringen gemeentefonds | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 |
---|---|---|---|---|
Algemene uitkering | 151.673 | 152.753 | 139.672 | 140.298 |
Decentralisatie-uitkeringen | 719 | 708 | 707 | 666 |
Integratie-uitkeringen | 2.825 | 2.742 | 2.760 | 2.568 |
Stelpost compensatie jeugdzorg | 1.176 | 721 | ||
Totalen | 155.217 | 156.203 | 144.315 | 144.253 |
Bedragen x € 1.000 |
Algemene uitkering
De groei van de algemene uitkering in de periode 2024-2027 wordt voor een belangrijk deel bepaald door de groei van het acres en toename van het aantal woningen en inwoners. Onderdeel van de algemene uitkering is de raming van de inkomst vanwege verwachte onderbesteding van het BTW compensatiefonds (BCF).
Decentralisatie-uitkeringen
Decentralisatie-uitkeringen kennen een beperkte looptijd en zijn specifiek gekoppeld aan een uitkeringsdoel.
Integratie-uitkeringen
Het totaal aan inkomsten aan integratie-uitkeringen bestaat in de periode 2024-2027 alleen uit het participatiebudget. Onderdeel van dit participatiebudget is de normvergoeding die de gemeente ontvangt voor de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW). Hierbij is sprake van een sterfhuisconstructie. Het budget loopt dan ook gelijk af met de uitstroom van het aantal Wsw-ers.
Stelpost compensatie jeugd
Het Rijk en de VNG hebben 18 april dit jaar een financieel principeakkoord bereikt voor de Hervormingsagenda Jeugd. Op basis van dit akkoord zijn de ramingen voor Jeugd in het gemeentefonds bijgesteld.
De eventuele financiële gevolgen uit de septembercirculaire van het gemeentefonds 2023 worden meegenomen in de Nota van Wijziging/budgetbrief. Deze wordt tegelijkertijd met de conceptprogrammabegroting 2024-2027 in de gemeenteraad behandeld.